vrijdag 13 maart 2015

Noordwijkse Stranddingen 8 maart

Op 8 maart treft u gevonden naamborden aan te Noordwijk aan Zee, meer over aangespoelde naamborden leest u in het onderstaande.

Rotterdamsch nieuwsblad27-12-1878
 Zondag is te Noordwijk aan Zee, aangespoeld eene groote partij Noorsche deelen met verschillende merken. Ook werd nog gevonden eenig wrakhout, zoodat men vermoedt dat in de nabijheid een schip vergaan is. Nadere bijzonderheden ontbreken.
Rotterdamsch nieuwsblad 27-12-1878
De berichten, door ons opgenomen omtrent de van Scheveningen tot Terschelling, langs het strand gevonden hazelnoten en sinaasappelen etc., in verband met de richting van den wind, bewijzen dat ook bij en na den storm, die omstreeks 9 November woedde, weder iets dergelijks was voorgevallen, en dat die voorwerpen vermoedelijk voor het meerendeel afkomstig zijn uit schepen, veel zuidelijker vergaan. De tijdingen uit Schouwen en de mededeeling van de Avalon, die tusschen Rotterdam en Harwich vaart, dat men op denzelfden avond (9  November) bij Schouwen een masteloos wrak had gezien, moesten doen-vermoeden, dat er twee schepen waren vergaan. Wij zeggen vermoeden, omdat, naar wij meenen, uit die berichten niet met zekerheid kan worden opgemaakt of de rapporten niet een en hetzelfde schip betreffen.
Neemt men nu ons bericht (No. 191.) „Harlingen 14. Heden is alhier aan den „Zeedijk aangespoeld, een gedeelte van een „zwart geverfd schaepsnaambord waarop met Fuchsia" en ons bericht (No. 193.) „Texel 13. Gisteren is alhier achter de „westen gevonden een zwart geverfd naambord, waarop met witte letters Fu; daarachter was het afgebroken.'''' Neemt men ons bericht (No. 192.) „IJmuiden 14 Nov. Door de sleepboot Hercules, werd heden een scheeps„ naambord, waarop met 1 „Glück Auf" en ons bericht (No. 193.)  Noordwijk aan Zee 13 november. Heden „is hier aangespoeld een naambord waarop „met ingesneden vergulde letters Stettin." Dan begrijpt men hoe wij in de gedachte de op uren afstands van elkaar gevonden stukken dier scheepsnaamborden, weer bijeen leggende, tot het vermoeden kwamen dat er twee schepen zijn vergaan. Een voerende den naam Fuchsia, en een ander dien van Glück Auf van Stettin, tenzij dat Stettin weer aan een ander en dus een derde schip behoorde. Onze onderzoekingen voortzettende, bleek het dat er werkelijk twee schepen zijn of waren. Het eene, een Engelse brik, te Sunderland thuis behoorende, groot 159 register-tons genaamd Fuchsia, en het andere een Noordduitsche bark, thuis behoorende te Stettin,reeder den oud-kapitein A. Sprenger daar, genaamd \ Glück Auf, groot 516 ton. I De grootte en de tuigage van de Glück Auf, geen fregat maar een bark, en dus in gewonen zin drie masten voerende, ja zelfs de vlag, die vooral op eenigen afstand dezelfde kleuren als de Nederlandsche hoezeer in omgekeerde orde vertoont, en die misschien, als signaal om hulp, was geknoopt en dus te gemakkelijker voor een Hollandsche kon worden aangezien, — dat alles wettigt het vermoeden, dat het op den Banjaart gebleven schip de Grliioli _Yiif is geweest. Wij hebben omtrent beide schepen nadere opgave omtrent reis én lading verzocht, die wij bij ontvangst zullen mededeelen.
Rotterdamsch nieuwsblad19-11-1878
ROTTERDAM, 19 November. Spoediger dan wij aanvankelijk hadden vermoed kunnen wij eenige bijzonderheden omtrent de beide schepen Glück Auf en Fuchsia mededeelen. Ons bericht dat de Glück Auf stond onder reederij van den oud kapitein Sprenger, was een fout van den eerst ontvangen telegram „Rheder alt capitain Sprenger." Uit latere informatiën bleek, dat de reeder is de heer Carl Arlt, en dat het schip gevoerd werd door kapitein Sprenger. De Glück Auf lag op 2 November in ballast voor Elserum of Dantzig te Londen zeilklaar en vertrok op den Ben van Gravesend en kan dus den 9en op de hoogte van onze kust zijn geweest. De Fuchsia is niet op onze kust en niet in den storm van 9 November, maar reeds weinige dagen te voren op de Engelsche kust vergaan. Op 24 October trachtte men do rede van Yarmouth te bereiken, doch de plotseling opgestoken West-Noordwesten wind dwong het schip de ingenomen plaats te verlaten en daar men bemerkte dat het schip, dat circa 60 ton ballast in had, veel water maakte, door het stooten op Scroby Saaid, besloot men het op die bank te brengen. Een half uur lateikwam de reddingsboot van Gosleston, die niet dan niet groote moeite er in slaagde de bemanning te redden. Van schip en kajuitsgoed werd niets gered.
Rotterdamsch nieuwsblad 20-11-1878

zondag 1 maart 2015

Noordwijkse Stranddingen, 1 maart


Stranddingen heeft heel wat droeve mededelingen te melden op de eerste maart: Stuurman Arie Plug verongelukt; De Mirfak strandt; Brik gestrand en de A 109 verkeert in nood......is al bekend wie de afzenders van deze noodkreet waren?