vrijdag 10 juni 2011

Een Logger Gestrand

Een logger gestrand. Uit Noordwijk: Benoorden Noordwijk is gisteren gestrand de Katwijksche logger K.W. 127. geladen met 21 last haring; Om half-twaalf gistermiddag had de bootsman van den logger de kust verkend en stevende men met Westenwind op IJmuiden aan, toen even benoorden Zandvoort, terwijl de pieren van IJmuiden reeds in het zicht waren, een orkaan kwam opzetten en de wind omliep naar Noord-West, waardoor zeil- en touwwerk werden stukgeslagen, het schip aan de golven weerloos was prijsgegeven en voor den wind naar Zandvoort terugdreef. Bij een eerste poging om te ankeren, mislukte dit. Bij de tweede poging hield het anker het ongeveer een uur uit, doch het moest het ten slotte opgeven, waardoor het schip wegdreef en reddeloos verloren was. Ongeveer half-vijf gisteravond werd het hoog op hot strand geworpen, 10 K.M. benoorden Noordwijk, ongeveer op dezelfde plaats, waar eenigen tijd geleden de Mirkaf is gestrand, Twee uur lang bleef de bemanning, uit 12 koppen bestaande, aan boord. Om half-zeven wierpen zioh 8 leden der bemanning en de schipper J. Vink Tzn. over boord, voorzien van zwemgordels; allen op één na de matroos Th. van Kampen, uit Noordwijk aan Zee, kwamen behouden aan wal. Zij werden ondergebracht bij den heer Klinkenberg in het Haasveld, waar zij werden verzorgd, en vervolgens naar Noordwijk gebracht. Omtrent de matroos Van Kampen verkeerde men van morgen nog in het onzekere. Aan boord bleven de matrozen A. Hoek en W. Hoek en diens zoon T. Hoek. Half tien 's avonds sprong de 16-jarige T. Hoek overboord; hij wist behouden den wal te bereiken. Ongeveer 10 minuten later begaven zich enkele ingezetenen» onder leiding van den strandvonder, den heer Van der Werf, te water; zij vormden, door elkaar hand aan hand vast te houden, een keten, ten einde zoodoende dichter bij het schip te kunnen komen. Den aan boord geblevenen riepen zij toe, het schip te verlaten. Beiden gaven hieraan gevolg, en W. Hoek gelukte het, een hem toegestoken hand te bereiken en zoo behouden aan wal te komen. A.Hoek, echter geraakte-, vermoedelijk in het touwwerk verward en werd door de zuiging naar het schip toe getrokken, met zich nemend enige der redders. Door een hooge golf werden zij weer naar het, strand geworpen. Ware dit niet het geval geweest, dan zouden deze mannen zonder eenige twijfel hun heldenmoed met den dood hebben moeten bekoopen. Huide aan den strandvonder Van der Werf en zijn kranige helpersl De twee laatste sohipbreukelingen werden eerst ondergebracht in het hotel Zomerlust in Zandvoort, en later naar Noordwijk overgebracht. Het schip, waarvan het achterste gedeelte geheel verbrijzeld is, kan als verloren worden beschouwd. De haring spoelde op het strand aan. De Noordwijksche reddingbrigade, die ook een actief deel aan de redding heeft genomen, bleef onder leiding van den heer J. van Kan den geheelen nacht voortdurend ijverig in de weer om zoo noodig dadelijk hulp to kunnen verleenen.

 Nieuwe Rotterdamsche Courant, 17-11-1921
 

 De naam van het schip is "Minister Cort van der Linden"