dinsdag 8 februari 2011

De Kleine Beer Gestrand

Vandaag een verhaal uit 1775, vers uit de "Groninger Courant" van de 12e december van dat jaar. Het Kofschip, genaamd de Kleine Beer, van Riga naar Rotterdam bestemd. Haar Schipper Jac.Jansz Kuiper, die op de kust van Noordwijk is gestrand gaat niet bij de pakken neerzitten, nee, hij pakt zelfs flink aan.  Hij begint in de tijd van de ebbe met vast strand, geholpen door zijn volk, een sleuf te graven in het zand, en wel zover als het maar mogelijk is, tot de tijd dat de vloed weer beginnen gaat.  Het lukt: de sleuf én het aanwassende water brengen het schip weer vlot. Bijna wordt het als handleiding gegeven voor het op deze minst kostbare en gemakkelijke manier vlot te krijgen van een vastgelopen schuit. Hulde voor Schipper Jac.Jansz. Kuiper,
De Leydse Courant doet van de gebeurtenis ook een levendig verslag en belooft nog nader op de geschiedenis terug te komen. Deel twee volgt hieronder.
Nog veel spannerder klinkt het verhaal uit de mond van deskundige Lieden te Noordwijk. Het zijn de Noordwijkers die het hardst hebben gegraven, de beste adviezen hebben gegeven en de onbaatzuchtigste steun  hebben geboden!  Reder Arie Schooneveld van der Cloet en zijn schuijt  onder het bestier van Schipper Cornelis Klaasz Kaak hebben wel heel sterk aan de goede afloop bijgedragen. Hoe dan ook, het blijft een knap staaltje van zeemanskunst!

Op  8 december adverteren Hendrik van Spyck en Francois de Vogel, Pondgaarders, dat op 11 december in de herberg Sommelsdijk op het Stijger te Rotterdam kan worden gekocht een partij van circa 400 Tonnen beschadigd Rigaas LIJNZAAT, gebragt in 't Schip de Jonge Beer, kapt. Jacob Jansz Kuiper. Het voornoemde Zaat staat in drie Pakhuyzen! Het verhaal krijgt dus een happy-end. Het schip is gered en ook de lading kan nog worden verkocht!