vrijdag 11 februari 2011

Ongeval met Zeiljacht

Rotterdamsch Nieuwsblad 13-08-1913

Ongeval met een zeiljacht.
Men schrijft uit Noordwijk aan Zee :
Maandagmorgen tusschen 8 uren en halfnegen werd het dorp in beroering gebracht door door de tijding: „Een plezierjacht in nood". Enigen, die aan het strand waren, o.a., de zoon van den heer E. Smit, de strandknecht van „Noordzee", en de heer A., een badgast, hadden gezien, dat er voor Noordwijk aan Zee een boot of jacht of iets van dien aard, omsloeg of althans zóó sterk helde, dat men met grond kon veronderstellen, dat de opvarenden in een hachelijke positie waren. Grote spoed was zeer gewenscht. Direct werd de bootsman van de reddingsboot, Dirk Admiraal, geroepen. Alle vaste roeiers van de reddingsboot bijeen te krijgen was ondoenlijk. Men wist niet, of daar op zee misschien geen menschenlevens in gevaar waren. Wie spoedig helpt, helpt — vooral in zulke gevallen — dubbel. De reddingsboot ging snel in zee met vrijwilligers als roeiers, doch onder bevel van Dirk Admiraal, den bootsman.

Vele groepen nieuwsgierigen, inwoners en badgasten, gewapend met kijkers van allerlei vorm en sterkte, zag men op den boulevard, op de duintoppen, op balkons en zelfs op het platte dak van pension Hollander turen naar het Noorden. Men zag het „vaartuig in nood" steeds meer Noordwaarts drijven, terwijl de reddingsboot, voortgeroeid met forsche armen, windje mee, het vaartuig volgde. Ongeveer tegenover paal 73, dat is de achtste paal ten Noorden van Noordwijk, heeft de reddingsboot het vaartuig ingehaald.
Toen bleek het te zijn een zeilvaartuig. en het bleek verder, dat het omslaan of hellen, dat men van af het strand gezien had, veroorzaakt was geworden doordat de mast plotseling was gebroken en met de zeilen overboord was geslagen. Ontredderd was het vaartuig toen verder gedreven.
De inzittenden waren drie Keulsche heeren, n.l. Joseph Hardenbicker, student, Herm. Schiffer en Ernst Geuske, kooplieden ; benevens Wout v. d. Toren, visser, van Scheveningen, dien men als loods had meegenomen. De Keulenaars waren binnendoor van Keulen komen zeilen.
De opvarenden zijn met de reddingsboot bij paal 73 ongeveer geland ; vandaar zijn ze met dc roeiers naar Noordwijk-aan-Zee gekomen.


Zij waren buitengewoon dankbaar, want zij hadden niet vermoed, dat hun ongeval was opgemerkt. Zij verhaalden hun ongeval aan den burgemeester en den heer Engel Smit resp. voorzitter en penningmeester van de Plaatselijke Commissie van Toezicht van station Noordwijk van de N ZH Reddings-Mij., die den geheelen voormiddag met belangstelling hadden uitgezien naar het terugkeeren van de reddingsboot. De heeren vertelden, dat zij voornemens waren met hun zeiljacht, dat naar IJmuiden zou gesleept worden, binnendoor naar Keulen terug te varen.
Eere aan bootsman Admiraal en de wakkere roeiers voor hun menschlievende daad!